Het is vrijdagmiddag en ik mag de rapporten meegeven, heel veel kinderen in de klas vinden het leuk en spannend en kunnen niet wachten totdat het zover is.
.
Maar ik zie jou ook, je duikt een beetje weg, probeert je te verschuilen, want jij vindt dat rapport helemaal niet leuk! Jij wilt er helemaal niet inkijken. Denkt hoe moet ik dit straks aan mijn ouders laten zien? Want jij bent bang voor wat erin staat, vast allemaal onvoldoendes, dat je alles fout doet en dat je thuis echt meer moet gaan oefenen. En dat je misschien wel blijft zitten.
En dat begrijpt je niet, want je werkt zo hard en doet zo je best, maar het wil gewoon niet lukken. Thuis, JA thuis, weet je alle antwoorden na het oefenen en overhoren, maar zodra je dan de toets op school krijgt weet je niets meer, alles vergeten. Bij elke toets heb je buikpijn, want hopelijk ben je nu niet alles vergeten.
.
En die buikpijn…die is nu heel erg.
.
Ik als juf ga vrolijk starten…want ik maakt er altijd een feestje van. Voordat ik het rapport geef vraag ik altijd of je zelf al iets kunt zeggen waar je heel goed in bent, en dit mag alles zijn. Daarna zeg ik altijd iets positiefs, omdat ik het belangrijk vind om naar de positieve dingen te kijken, want ik zie dat iedereen heel hard werkt en zijn best doet.
.
Ook jij komt aan de beurt en je komt verlegen en voorzichtig naar mij toelopen en ik vraag “waar ben jij goed in”, maar dat antwoord vind je al moeilijk, er komt toch iets uit “VOETBALLEN” juf. En dan begin ik mijn praatje, dat ik zo trots ben op jou omdat ik zie hoe hard je ervoor werkt, dat het lezen steeds beter gaat en dat die cijfers er nu echt wel inzitten.
Ik zie je verbaast kijken, want ik zeg niets over dat de cijfers niet oké zijn of dat je meer moet oefenen.
.
Nee, ik vertel wat JIJ allemaal hebt gedaan, wat er allemaal WEL is gelukt, hoe klein dat stapje ook is. Want ook al is de groei misschien heel klein, hij is er wel. En juist naar DIE GROEI moeten we kijken.
.
Ik snap natuurlijk dat het ook om cijfers moet gaan of CITO uitslagen, maar kijken we ook nog naar het kind? Het kind is geen cijfer…het is een kind…dat zich nog ontwikkelt, dat werkt aan zijn zelfvertrouwen, dat leert wat zijn valkuilen zijn en ook zeker wat ZIJN KWALITEITEN zijn.
.
In mijn gesprekje met het kind gaat het niet over cijfers, maar om de kwaliteiten en groei die het kind de afgelopen periode heeft doorgemaakt. Want daar groeien ze van en leren ze om ook te kijken naar alles wat er wel goed gaat. Ook al is het rapport misschien niet zo goed en zijn er echt een hoop verbeterpunten en moet er thuis en in de klas extra geoefend worden. Vaak weet het kind dat ook zelf wel. Maar laat hem KIJKEN naar de dingen die wel goed zijn en laat ze die ook zelf benoemen. Juist die kleine dingen kunnen enorm helpen in het zelfvertrouwen, en dat zelfvertrouwen hebben ze weer nodig om zich lekker in hun vel te voelen zitten, en dat lekker in je vel zitten draagt weer bij aan betere leerprestaties op school.
.
Bij mij in de praktijk is dat net zo, kinderen horen zo vaak waar ze slecht in zijn of wat ze niet kunnen. Terwijl ik altijd start met wat ze wel kunnen, waar zijn ze goed in, wat vinden ze leuk, wat kunnen ze al wel. En van daaruit bouwen we verder stapje voor stapje.
.
Ik zie je weglopen, toch een beetje trots en iets zelfverzekerder dan toen je naar mij toeliep om je rapport te halen.
Als ik je dan naar je moeder op het schoolplein zie lopen, zie ik een blij kind die niet meteen zijn rapport geeft maar die ik wel zie zeggen dat de juf trots op hem is in wat hij allemaal al WEL kan.
.
Meer weten over mijn werkwijze? Of kan jouw kind wel wat positiviteit en zelfvertrouwen gebruiken? Neem dan contact met me op en dan kijk ik graag met jullie mee.